Een engerling is de larve van verschillende keversoorten zoals de rozenkever, meikever en/of sallandsche kever.
Levenswijze
Een engerling heeft een karakteristiek uiterlijk; een duidelijk 'C'- vormig gekromd rups-achtig lichaam met een zakvormig verdikt achterlijf. De meeste soorten hebben een harde oranjebruine kop en de kleur van het lijf is geelwit. Aan de zijkanten zitten ademopeningen. De larve verblijft een of meerdere jaren in de grond alvorens zich te verpoppen. Het aantal jaren van larveontwikkeling is afhankelijk van de soort maar kan ook te maken hebben met het klimaat. In zuid europa heeft de meikever een ontwikkeling van twee à drie jaar en in Zweden duurt de ontwikkeling vijf jaar. In tegenstelling tot de larven van andere worteletende insecten komt de engerling nooit bovengronds, en tijdens de wintermaanden kruipen de engerlingen van de meeste soorten dieper de grond in.
Schade aan de grasmat door engerlingen
Engerlingen vreten aan de ondergrondse delen van de grasplant. In de periode tussen juli en september kan de vraatschade zulke vormen aannemen dat hele delen van het gazon afsterven. Ook andere gewassen kunnen doodgaan ten gevolge van de schade die aan de wortels worden toegebracht door engerlingen. Het zijn overigens ook wel de dieren die het gazon omploegen op zoek naar een engerling of andere larve dan de larven zelf die schade aanrichten.
Engerlingen kunnen een verwoestend effect hebben op de graszode. De primaire schade is het gevolg van het opeten van graswortels. Hierdoor ontstaan gele plekken in het gras, dat vervolgens afsterft. Vogels zoals kraaien, spreeuwen en merels maar ook dassen op zoek naar een lekkernij, trekken de zode vervolgens helemaal los en veroorzaken de bekende secundaire schade.