Latijnse naam: Rhyzopertha Dominica
Familie: Bostrichidae
Beschrijving:
De kleine graanboorder is 2,3-3 mm lang en heeft een lang, cilindervormig lichaam dat donker roodbruin tot zwart van kleur is. De kop en het achterlijf vertonen rijen met kleine inkepingen. De voelsprieten eindigen in drie grotere segmenten die de vorm van een knots hebben.
Gedrag:
Het is een ernstige aantaster van granen. Graanboorders worden aangetroffen bij een grote verscheidenheid aan plantaardige materialen, waaronder tarwe, gerst, mais, rijst, gierst, sorghum, gedroogde aardappelen, gedroogde kruiden en biscuits.
Het vrouwtje legt één of meerdere eitjes op de buitenkant van het graan, maar het eitje maakt zijn ontwikkelingsfasen door in de uitgeholde kern van het graan.
Een infestatie wordt gekenmerkt door een zoete, maar onaangename, muffe geur afkomstig van de uitscheidingen en vervelde huid.
Gebied:
De kleine graanboorder is afkomstig uit Zuid-Amerika maar is nu een kosmopolitische aantaster, vooral in warmere landen.
Habitat:
Het is geen aantaster die bestand is tegen de kou, en ontwikkeling wordt beperkt bij temperaturen lager dan 23oC. Infestaties komen over het algemeen voor in graanopslagplaatsen, inclusief de ruimen van schepen, meelfabrieken en voerautomaten voor dieren. Hun aanwezigheid is ook ontdekt in hout en boeken.
Risico's:
Kleine graanboorders zijn primaire aantasters van graan en kunnen onbeschadigd graan aanvallen, waardoor het kwetsbaar wordt voor aanvallen door secundaire aantasters.
